Rasbeschrijving
van het Mergelland schaap.
(
officiële versie 1996 )
Het mergelland schaap is een groot, lang, hoornloos landras schaap, voorzien van een ruime, slichte wolvacht. De kop en poten zijn behaard en hebben meestal een grillig bruin of bruin- zwart vlekken patroon op een lichte achtergrond. Incidentieel komen geheel zwarte dieren voor.
De
kop is lang en smal. Zowel ooien als rammen zijn hoornloos. De neuslijn is
convex, de neusrug hoekig. De convex loopt in een vloeiende lijn van de
neusspiegel tot net voorbij de ooglijn. De kop is frontaal gezien wigvormig. De
neusspiegel is steeds zwart gepigmenteerd. De oren zijn middelgroot, goed
ingeplant en staan horizontaal of iets omhoog. De oorschelp wijst naar voren. De
onderkaak is goed ontwikkeld. De kop is bij de rammen zwaarder dan bij ooien.
Alle vlekkenpatronen tussen bruin, bruin- rood en zwart op een lichte
achtergrond zijn toegestaan, evenals voskleurige koppen ( voes- köp ).
‘Sprekende koppen’ hebben de voorkeur. Geheel witte of zwarte koppen en
symmetrische vlekkenpatronen zijn niet gewenst. Kuifjes (d.w.z. wolgroei vanaf
de oren naar voren) en sterke bewolde wangen zijn niet toegestaan. De ogen zijn
bruin- of groenachtig van kleur.
De hals is middellang, smal en enigzins opgericht. Een gekleurde vlek in de nek bij de geboorte is toegestaan. Deze vlek moet verdwijnen bij het ouder worden. De schouders zijn goed aansluitend en staan steil. Volwassen ooien ( 2,5 jaar en ouder ) hebben gemiddeld een schofthoogte van 67 cm. Volwassen rammen hebben een gemidddelde schofthoogte van 72 cm.
De
romp is lang en smal, maar wel voldoende stevig bespierd. De ruglijn is
horizontaal. De kop- nek- ruglijn vormt een ‘Z- lijn’. De wervelkolom is
goed voelbaar. De borstomvang is ovaal en de bouw van de middenhand is
wigvormig. De uier/ balzak is niet bewold. De staart is lang. Hij reikt tot aan
de hak of langer en is geheel bewold. Een lichte krul naar boven van de
staartpunt is toegestaan. Bij lammeren is de staartpunt vaak gekleurd (net zoals
de nekvlek). De kleur van de staartwol van volwassen dieren is overeenkomstig de
rest van de vacht zonder opvallende vlekken.
De
poten zijn matig fijn, pezig en droog. De achterpoten zijn steviger en hebben
een goed ontwikkelde hak. Vlektekening op de poten is verplicht, met
uitzondering van voes- köp en zwarte dieren. Waarbij alle vlekkenpatronen
tussen bruin, bruin- rood en zwart op een witte achtergrond zijn toegestaan. De
koten zijn eveneens goed ontwikkeld, middellang en krachtig. De hoefjes zijn
volledig zwart.
De wolvacht is gelijkmatig, lang en slicht, van voldoende fijnheid en vrij los gestapeld. Slechts heel lichte kronkeling van de wolvezels is toegestaan. Spiralisatie (kurketrekkers), kroes (neiging tot vervilten) en sterke kronkeling van de wol (laddertjes) zijn niet toegestaan. Compacte vachten en het veelvuldig voorkomen van kempharen in de wolvacht zijn ongewenst. Vanwege het lange slichte woltype van de Mergellander ontstaat er een scheiding van de wol over de wervelkolom. Deze scheiding mag niet te extreem zijn, aangezien de huid niet bloot mag liggen (ook niet tijdens langdurige regenval). Mergelland schapen hebben buikwol. Kraag en manen worden gewaardeerd. De kleur van de wol is wit. Enkele gekleurde vezels zijn toegestaan. Lammeren worden vaak geboren met een nekvlek en een vlek op het puntje van hun staart. Deze vlekken verdwijnen bij het ouder worden. Incidenteel voorkomende zwarte Mergelland schapen zijn toegestaan. De wolproductie is bij de eerste scheer gemiddeld 4- 5 kg. Bij overjarige ooien 3- 4 kg en bij overjarige rammen 4- 5 kg.
Volwassen Mergelland ooien krijgen meestal 2 lammeren. Ze lammeren gemakkelijk af. De lammetjes hebben smalle kopjes en het geboortegewicht ligt rond de 3,5 kg. Een volwassen Mergelland ooi kan 2 lammeren zonder problemen groot brengen. Om meer lammeren groot te brengen heeft ze in het algemeen te weinig melk. Bij ooien kan de bronst al vanaf augustus optreden.
Terwijl het ene lam al recht staat, wordt er een tweede lammetje geboren. Soms lammeren Mergelland schapen rechtstaande zoals hun wilde soortgenoten. Een lam heeft bij de geborte vaak een nekvlek en een vlek op het puntje van de staart. Deze vlekken verdwijnen bij het ouder worden.
Het Mergelland schaap vertoont een goed kudde gedrag en kan leven van een relatief sober rantsoen.
Kudde
van Ger Lardinois - Eperheide 2000