Schaapskooi
Mergelland op de Eperheide; de kudde van Ger en Ellis Lardinois.
In 1995 werd de
Schaapscompagnie Mergelland opgericht om het typische Zuid- Limburgse
heuvellandschap met zeldzame planten (zoals orchideeën, bremraap en gentiaan)
voor de komende generaties te behouden. Het voornaamste doel van de
Schaapscompagnie Mergelland bestond er in om met de hulp van een rondtrekkende
kudde Mergelland schapen en een herder
deze bloemrijke kalkgraslanden te beheren . Het Mergelland schaap, als vlees- en
wolproducent te licht bevonden in de na-oorlogse wereld, kon zodoende weer
terugkeren. Dit keer alleen maar vanwege zijn meest basale eigenschap: gras
maaien.
Ger Lardinois en zijn
vrouw Elles uit Eperheide (Schaapskooi Mergelland, Julianastraat 43a, 6285 AH,
Epen, tel. 043-4551650) dreven een kudde van een paar honderd stuks Mergelland
schapen (momenteel 560 ooien, opgesplitst in 3 groepen) naar de weiden rondom
Gulpen en Wittem en openden hun schaapskooi voor toeristen. De Stichting
Schaapscompagnie Mergelland participeert in de kudde van Ger en Ellis. Op 16 mei
1998 publiceerde het dagblad De Limburger het bericht dat eindelijk na vier
moeilijke jaren de herintroductie van de schaapskudde een beetje rendabel was
geworden. Ondanks de grote moeilijkheden tijdens de MKZ- crisis in 2000- 2001
bleef de kudde van Ger en Ellis bestaan. Zo’n 100 ooien worden per jaar gedekt
door gekeurde OMS rammen. De hieruit geboren Mergelland lammeren dienen voor de
aanwas en vervanging van de Mergelland fokooien. Ger Lardinois gebruikt nochtans
het merendeel van zijn Mergelland ooien als draagmoeders voor zijn gepatenteerde
‘ geuldallam ‘. De draagmoeders zijn Mergelland ooien en de vader is een
Suffolk ram. Het verkregen eindproduct is een ‘ geuldallam ‘. De lammeren
kenmerken zich door hun opvallende gevlekte vachten en donkere kopjes.
Geuldallammeren zijn zwaarder van karkas en hebben een betere groeisnelheid.
De
draagmoeders zijn Mergelland schapen, de vaders zijn Suffolk rammen en het
eindproduct is het ‘ Geuldallam ‘.
Door een uitgekiende
marketingstrategie van meesterslager
Lebouille uit Valkenburg belandde het zogenaamde Geuldallam als delicatesse op
de spijskaarten van onder andere kasteel Vaalsbroek in Vaals, Chateau Sint
Gerlach in Valkenburg-Houthem, hotellerie de Hamert in Wellerlooi en restaurant
De Swaen van Cas Spijkers in Oisterwijk (Noord-Brabant). Citaat uit De
Limburger: "De populariteit van het Zuid-Limburgse lamsvlees is onder de
fijnproevers en cuisiniers in deze etablissementen zelfs zo groot, dat Ger en
Ellis de vraag momenteel nog amper kunnen bijbenen. Het geheim van het lam, zit
'm in zijn vroege dood. De zuigende (zogende) lammeren komen al na zes weken
onder het mes, nog voordat ze één brok hardvoer hebben gehad. Het vlees is dan
op zijn smakelijkst en extreem mals. Je proeft puur natuur en niets dan
dat." Het Geuldallam heeft altijd een hoge kwaliteit en heeft zelfs het
EKO-certificaat verkregen. De schaapscompagnie Mergelland organiseert ook
educatieve programma’s voor scholen. Ger en Ellis bieden ook de mogelijkheid
aan toeristen om te logeren bij de schaapskooi. Overnachten kan met een caravan
of in de tent. Er is goede accommodatie op het terrein. Je kan ook logeren in de
vakantiewoning.
Schaapskooi
Mergelland, Epen
In een fraai gerestaureerde
vakwerkwoning op de Eperheide wonen Ger en Ellis Lardinois. Zij wonen er
overigens niet alleen. In de schaapskooi achter het huis worden er uit zo'n 500
tot 600 ooien in het vroege voorjaar zo’n 1000-1200 lammeren geboren. In de
voorbije jaren hebben duizenden mensen de schaapskooi druk bezocht tijdens de
lammetjes dagen en de scheerdagen. Ger scheert zijn schapen enkele weken voor
het aflammeren. Hij geeft hier een aantal goede redenen op waarom hij zijn
schapen scheert in het hartje van de winter. Geschoren schapen nemen in de
winter op stal beter voedsel op. Ook nemen zij minder ruimte in beslag, want
straks komen er ook nog lammeren bij. En hij kan de uiers van de ooien betere
controleren voor het aflammeren. De bezoekers kunnen genieten van de landelijke
sfeer van het Mergelland.
Sinds maart 2000 is er bij
de schaapskooi in een vakwerkschuur op de benedenverdieping een kleine gezellige
horecagelegenheid en op de bovenverdieping heeft Staatsbosbeheer een
bezoekerscentrum ingericht. De permanente tentoonstelling informeert de bezoeker
uitvoerig over het Mergelland schaap en de rol van dit schaap bij de
instandhouding van kalkgraslandvegetaties. Ook de rol van herder Ger Lardinois
en die van de Stichting Schaapscompagnie Mergelland, alsmede de activiteiten van
Staatsbosbeheer worden hier, onder meer met een fraaie educatieve
videopresentatie, toegelicht.
Bezoekerscentrum
Staatsbosbeheer. Kudde van Ger Lardinois.
Beheer van een wonderlijk landschap tussen Geul- en Gulpdal.
Dit
mooie gebied is gelegen tussen de Belgische grens en de dorpen Epen, Mechelen,
Slenaken en Gulpen. De terreinen die Staatsbosbeheer zelf beheert of laat
beheren door Ger Lardinois bestaan uit hellingbossen, droge en natte weilanden,
brongebieden en een oude steengroeve. Kenmerkend is vooral de kleinschaligheid
en de grote afwisseling in landschapsvormen, zoals akkers, weilanden,
hellingbossen, graften en steilranden, knotbomen, meidoornheggen en poelen.
Het
Geuldal.
Op het Belgisch
grondgebied langs de Geul waren er in het verleden zinkmijnen. Omdat de Geul nog
regelmatig buiten haar oevers treedt, blijft er zinkhoudend slib achter op de
weilanden die grenzen aan de Geul. Door de aanwezigheid van zink treft men hier
een typische vegetatie aan, waarvan het zinkviooltje de meest gekende is. In de
Cottesgroeve kan je de verschillende lagen gesteente aan de oppervlakte
bekijken. Deze steenlagen zijn te dateren in het Carboon.
Vroedmeesterpad en vuursalamander
Het Gulpdal
Het Gulpdal is
ongelijkmatig opgebouwd. De oostelijke hellingen zijn vaal steil. Op deze
hellingen liggen kalkgraslanden en mooie gemengde hellingbossen van eik,
haagbeuk, es en berk met zoete kers. Terwijl de westzijde van het Gulpdal eerder
vlak glooiend is.
Gemengd
hellingbos en zicht op het Gulpdal.
Boven aan de hellingen
bevinden zich schrale graslanden met planten als voorjaarszegge, grasklokje,
echte sleutelbloem en duifkruid. In het vochtige dal groeien typische planten
zoals zilverschoon, kruipende boterbloem, koekoeksbloem en dotterbloem die het
goed doen op deze natte weiden.