Mergelland
schapen in de Viroinvallei.
Voor
het behoud van kalkgraslanden
In Zuid-België
De
Viroin heeft mooie Mergelland schapen.Réserve
naturelle Fondry des Chiens.
Kalkgraslanden,
een uniek biotoop, rijk aan bijzondere planten en dieren.
Bloeiende
kalkgraslanden in het Réserve naturelle Tienne Breumont.
De
boomleeuwerik is een zeldzame broedvogel op de kalkgraslanden. Hommelorchis.
La
Roche à Lomme te Nimes
Hagedissen, slangen en
talloze insecten behoren tot de vele bewoners van deze zuiders getinte biotopen.
Op enkele van deze kalkgraslanden zorgt een heuse cicade zelfs voor de nodige
ambiance bijgestaan door de luid tsjirpende sprinkhanen en krekels. Dit stukje
uitzonderlijke natuur is zeer kostbaar en de meeste kalkgraslanden genieten
momenteel dan ook van het statuut van natuurreservaat. Toch heeft deze strikte
bescherming de spectaculaire terugloop van de kalgraslanden in België niet
kunnen tegenhouden.
Muurhagedis.
Zonder
tussenkomst van de mens en z’n schaapskuddes geen kalkgraslanden.
Réserve naturelle Les Abannets. Réserve naturelle Tienne Breumont.
Kalkgraslanden zijn
ontstaan door toedoen van de mens. Was de Calestienne enkele duizenden jaren
geheel met beukenbossen bedekt, dan heeft de mens daar aardig verandering in
gebracht. Beetje bij beetje knaagde hij aan dit immense bos en gebruikte hij de
vrijgekomen delen om groenten te telen of schapen- en geitenkuddes te laten
grazen. De constant begraasde planten veranderden al snel in open graslanden. De
oppervlakte grasland was aanvankelijk klein maar vergrootte stelselmatig in de
loop der eeuwen om eind vorige eeuw een absolute top te bereiken. Toen was er in
de Viroinstreek niet minder dan 2000 hectaren aan kalkgrasland aanwezig. Na het
verdwijnen van de schaapskuddes, in het begin van deze eeuw, liep de hoeveelheid
aan kalkgraslanden snel terug. Liefst 1000 ha werden herbebost met dennen, de
andere duizend hectaren werden aan hun lot overgelaten. Hier kregen
doornstruiken en bomen vlug weer de bovenhand zodat er maar slechts een 50
hectaren van dit uniek biotoop overbleven. Momenteel is het areaal aan
kalkgraslanden weer toegenomen door de inzet van natuurverenigingen en een
schaapskudde.
Met
kettingzagen en bosmaaiers in de strijd tegen oprukkende struiken en bomen.
Montagne
aux Buis. Mergelland
schapen op de Tienne Breumont. De
‘ Fondrys ‘.
De erg veeleisende
planten en dieren op de kalkgraslanden zijn allergisch voor schaduw. Krijgen ze
niet genoeg zon en warmte dan worden ze eerst ziek om vervolgens volledig weg te
kwijnen. Beheerders van kalkgraslanden hebben dan ook geen keuze: gewapend met
kettingzagen en bosmaaiers moeten ze eerst het kalkgrasland weer open maken. Al
het omgezaagde materiaal moet vervolgens netjes worden verwijderd, verbrand of
verwerkt tot hakselhout. Daar de meest leuke planten daarenboven diep verborgen
zitten onder een dik tapijt van droog plantenmateriaal en verstikkende
grassoorten, moet ook de kruidlaag worden gemaaid en gehooid. Blijft het
gemaaide gras ter plekke liggen dan verstikt het de typische planten en gaat
rotten. Hierdoor verrijkt de schrale bodem waardoor dan weer stikstofminnende
planten gaan groeien. Dit laatste is uiteraard niet de bedoeling. Al bij al is
dit een zeer arbeidsintensieve karwei omdat mede door het akelige reliëf en het
stenige oppervlak, nauwelijks met machines kan gewerkt worden op de
kalkgraslanden. De afgezaagde struiken en bomen maken nieuwe loten die op een
jaar tijd tot één meter kunnen uitgroeien. Een nieuwe interventie wordt dan
onontbeerlijk… maar ook daarna lopen de bomen en struiken weer uit.
Mergelland
ooilammeren en geiten op Les Abannets te Nimes.
Dat
meestal de van oudsher toegepaste technieken veruit de beste zijn, bleek ook
voor het onderhoud van de kalgraslanden. Zo gooiden de natuurbeheerders van het
Centre Marie-Victorin te Vierves het over een totaal andere boeg. De meest
fanatieke legden hun zakgeld bij elkaar en kochten enkele Texelschapen. ’s
Zomers vertoefden die op kalgraslanden om ’s winters in de kookpot te
verdwijnen. Een eerste bescheiden experiment van begrazing van kalkgraslanden
met schapen zag het daglicht. De resultaten waren veelbelovend maar de aanpak
moest professioneler worden. Te samen met plaatselijke organisaties werd in het
kader van het gemeentelijk natuurontwikkelingsplan de groep ‘Espace-Nature’
opgestart. In 1996 kocht ze een kleine kudde van acht ‘echte’ kalkgrasland
schapen aan. In 1997 kwamen daar nog eens 5 dieren bij, terwijl de ram in de
loop van die twee jaren voor nageslacht gezorgd had. Momenteel geven er zo’n
30 Mergelland schapen weer kleur aan de kalkgraslanden van de Viroinstreek… en
dit na een afwezigheid van meer dan 80 jaar!
Voorkeur
voor Mergelland schapen.
Mergelland ooilam met mooie kopkleur.
Réserve
naturelle Tienne Breumont.
Bij de keuze
van het schapenras werd bewust geopteerd voor rustiek en/of streekeigen schapen.
Zo zaten bij eerste lichting schapen zes Mergelland schapen en 2
Entre-Sambre-et-Meuse schapen. Deze laatste bleken niet zo geschikt voor het
veldwerk op de kalkgraslanden. Entre-Sambre-et-Meuse schapen zijn zwaarder van
bouw en hebben het moeilijker op het heuvelachtige parcours, de kalrijke
rotsgronden en de schrale begroeiing. Mergelland schapen gedijen in deze streek
uitstekend. Van oorsprong komen ze voor op de kalkrijke graslanden van de
Mergelstreek, die het oosten van Limburg, het noorden van Luik en het
Nederlandse Zuid-Limburg omvat. In de omgeving van het Franse Rouen ( in
Normandië ) worden ze eveneens ingezet voor het onderhoud van kalkgraslanden.
De rondtrekkende herder wordt voorlopig nog vervangen door verplaatsbare
afsluitingen maar op termijn zou hij/zij zijn/haar plaats terug moeten innemen.
Een zonnepaneel wekt de nodige spanning op voor de afsluiting; zo is het sleuren
met lege en volle batterijen voorbij.
Zeer
goede resultaten.
De resultaten van alle
graasprojecten in de Viroinstreek zijn zeer positief. De grasmat is weer kort en
open zodat zelfs de kleinere, kwetsbare plantjes opnieuw het daglicht zien. Ook
steken verloren gewaande planten- en diersoorten hun kopje weer boven. Zelfs de
doornstruikjes worden weer aantrekkelijk. Het geregeld afeten houdt de
doornstruikjes klein en aldus uitermate geschikt voor de ontwikkeling van de
rupsen van enkele bijzondere dagvlinders. Zo glijden de koninginnepage en het
groot geaderd witje weer geregeld over de kleurrijke mat van de kalkgraslanden.
De
rups van een koninginnepage.
De koninginnepage.
De bijenorchis trekt darren aan die zorgen voor de bestuiving.
Het is verheugend vast te
stellen dat de kalkgrasheuvels ( Les Tiennes ) in de Viroin weer een toekomst
hebben dank zij de komst van de Mergelland schapen. Elk jaar neemt het areaal
aan kalkgraslanden toe.
Hommelorchis. Vierves sur Viroin